St. Anna Kerk
Hervormde Gemeente
Eck en Wiel
route >

Pasen

04-04-2021

Christenen vieren met Pasen dat Jezus, de zoon van God, niet meer dood is maar leeft. Hij stierf op
Goede Vrijdag aan het kruis maar stond drie dagen later op uit het graf. Hij had de dood overwonnen !!
Jezus kruisiging en opstanding / overwinning op de dood staat centraal in het Christelijke geloof.
De liturgische kleur op Pasen t/m de zondag na Hemelvaart is wit, symbool voor zuiverheid.

Het woord ‘Pasen’ komt, via het Aramese Pascha van het Hebreeuwse Pesach en duidt het Joodse
paasfeest aan, een lentefeest waarmee de Joden de bevrijding van de slavernij uit Egypte vieren.
De data van het Christelijke Pasen en het Joodse Pesach vallen meestal niet samen.

Tijdens het Concilie van Nicea in het jaar 325 werd vastgelegd dat het Christelijke Pasen zou worden
gevierd op de zondag die volgt op de eerste volle maan na het begin van de lente. Pasen valt daar-
door op zijn vroegst op 22 maart en op zijn laatst op 25 april. 

Paus Gregorius XIII hervormde in het jaar 1582 de kalender. De oosterse, Orthodoxe kerken
weigerden de nieuwe, zogeheten ‘gregoriaanse’ kalender te aanvaarden. Zij bleven bij de oude ofwel
juliaanse kalender. Hierdoor gingen de paasdata van de westerse en oosterse kerken uiteenlopen.

Pasen was vroeger een landbouwfeest, het markeerde het begin van de lente. Veel paasgebruiken
zijn afgeleid van dit niet-Christelijke lentefeest, zoals het rapen en eten van eieren wat een overblijfsel
is van een Germaanse gewoonte. Het verstoppen van eieren, zoals dat nu ook nog bij ons gebeurt,
gaat terug op een oud gebruik. Boeren beschouwden eieren als een kiem van kracht. Ze begroeven
ze in hun velden opdat ze hun kracht op de bodem over zouden brengen en voor een goede oogst
zouden zorgen. Een ei was het zinnebeeld van het nieuwe leven in de natuur.
Ook het paasvuur valt terug te voeren op oude rituelen. Het waren vreugdevuren bij het ontwaken
van de natuur in de lente. Het was een zinnebeeld van reiniging en vruchtbaarheid. Ook sprong men
door en over de vlammen om groeikracht op te wekken. Zover de vlammen zichtbaar waren, zo dacht
men, zover zouden de akkers vruchtbaar zijn. Ook werden met dit vuur de boze geesten verjaagd.